Kankervoorbij

donderdag, oktober 27, 2005

Woede doet tumor slinken

Sommige kankerpatiënten hebben onverklaarbaar geluk. Spontaan worden bij hen de tumoren kleiner, of verdwijnen zelfs helemaal. Niemand weet precies hoe dat komt.
Een Nederlandse arts is aan de Erasmus Universiteit afgestudeerd op het onderwerp Spontane regressie van kanker.
Het is een onderzoek naar de psychologische veranderingen die vooraf gingen aan het verminderen of verdwijnen van kanker.

Uit het onderzoek blijkt dat bij kankerpatiënten met spontane regressie een ongekende reactie kan worden opgeroepen door een negatieve gebeurtenis in hun leven. Er werd bij hen een grens overschreden.
Met de dood voor ogen veranderde soms de impact van oude conflicten.
Zo was er een vrouw die al jaren een zeer moeizame relatie had met haar broer, waarover ze zich schuldig voelt. Als ze hem laat weten dat ze kanker heeft, en dat ze hem wil zien, weigert hij te komen en stelt zelfs voorwaarden voor zijn komst naar de begrafenis. Bij de vrouw, die zich jarenlang machteloos heeft gevoeld, gebeurt er dan iets. Ze legt de schuld neer bij haar broer, waarna ze begint op te knappen.
Ook het beëindigen van een onbevredigende levensvervulling kan verbetering uitlokken. In zo’n situatie komen patiënten toe aan wat voor hen wezenlijk is.

Hoewel de aard van de veranderingen van persoon tot persoon verschilt, hebben ze hetzelfde effect. Er ontstaat een hevige vorm van autonomie: ‘Ik wil het hebben zoals ik het hebben wil.” Dat suggereert een echt bewust keuze. De belangrijkste veranderingen in het bewustzijn hierbij spelen zich waarschijnlijk af op een onbewust niveau.

De Nederlandse arts die het onderzoek verrichtte deed dit bij een instituut voor bio-psychosociale geneeskunde. Hij zag in zijn contact met patiënten hoe meegaandheid plaats maakte voor een eigen keuze, niet opgedrongen door anderen. Zo werden weinig belovende chemokuren geweigerd en in plaats daarvan gekozen voor een Moermandieet. Maar ook werd het leven soms drastisch omgegooid om het laatste stuk volgens eigen inzicht te kunnen leven.

De tumorregressie trad echter pas op, nadat de psychologische veranderingen ook echt hadden geleid tot andere wezenlijke activiteiten en belevingen. De psychologische veranderingen moesten dus eerst hebben geleid tot een bepaalde uitkomst.
Sommige patiënten zeiden zelf dat er bij hen sprake was van rust, of het wegebben van boosheid en schuldgevoelens. Ze voelden zich tevreden, voldaan of trots.
Soms verdween de tumor zo snel dat je van een wonder kunt spreken.

Nu spontane regressie beter is onderzocht, is een volgende stap om te onderzoeken of in therapievorm een zelfde regressie kan worden bereikt door een bepaalde situatie op te roepen.

Voor meer informatie:www.kankervoorbij.com